De kaarsenmaker- Marco Wilbrink

Marco Wilbrink heeft verschillende beroepen uitgeoefend. Zo was hij archeoloog, geestelijk verzorger bij Defensie en hoefsmid. Toen hij nadacht over een nieuwe stap werd hij getipt door zijn vrienden Eric en Mirjam: “Kaarsen maken, dat is echt iets voor jou!”. Hij bezocht de laatste ambachtelijke kaarsenmaker van Nederland: Jan Klarenbeek in Buren en er was meteen een klik. Marco ging bij hem in de leer. Jan zegt over Marco “Hij is een snelle leerling, het past bij hem en hij heeft het echt in de vingers”.

Marco:  "Wanneer ik kaarsen maak, ben ik geconcentreerd en ik besteed al mijn aandacht aan de kaarsen en de handelingen die ik moet verrichten. Van binnen word ik dan helemaal rustig. Vaak wil ik langer doorgaan, maar andere zaken dwingen me dan om te stoppen”. 

De Tonkerij is gestart november 2016 en doorbreekt daarmee een trend: het aantal ambachtelijke kaarsenmakerijen in Nederland liep steeds verder terug, maar nu zijn er weer twee.

 

Het ambacht

Marco Wilbrink mengt een paraffine en stearine en legt dat in een grote ketel. Hij brengt deze op een temperatuur van 80° C. Dit is belangrijk want wanneer de temperatuur niet precies goed is, krijgen de kaarsen een verkeerde vorm.

Marco kiest de juiste pit (nee, niet ‘het lont’) van zuiver katoen voor de soort kaarsen die hij gaat maken. Dan dompelt (‘tonkt’) hij de pit in de was en haalt de pit in het juiste tempo weer omhoog. Door het tempo van dompelen wordt de vorm van de kaars bepaalt.

Na 2 uur werken, worden de kaarsen te warm. Marco hangt ze opzij en gaat verder met een andere set kaarsen, die hij eerst op de juiste begintemperatuur brengt. Daarna dompelt hij ze en haalt ze in het juiste tempo weer omhoog. Wanneer de kaars de juiste dikte heeft, smelt Marco het onderste stuk van de kaars: die staat altijd kaarsrecht.